Geloven de jongeren (weer)?
Mijn oog viel onlangs op een artikel in dagblad Trouw met een verrassende kop: ’Voor het eerst zijn jongeren geloviger dan de generatie voor hen’. Dat is nogal wat. In een tijd waarin we steeds vaker merken dat de kerk leegloopt, blijkt er tegelijk iets verrassends aan de hand: de jongste generatie – generatie Z (geboren tussen 2001 en 2008) – heeft iets herontdekt in het geloof.
Volgens het onderzoek ‘God in Nederland’ noemt een kleine maar zichtbare groep jongeren van deze generatie zich vaker gelovig dan millennials (geboren tussen 1986 en 2000). Ze hebben meer vertrouwen in kerken en zien religie vaker als een betekenisvol onderdeel van de samenleving. Voor het eerst in tientallen jaren zien we dat een jongere generatie niet verder afdrijft van geloof, maar er iets dichterbij lijkt te komen.
Wat opvallend is: deze ontwikkeling beperkt zich niet tot Nederland. Ook elders in Europa - zoals in Polen, Italië en Ierland – is onder jongeren een groeiende belangstelling voor religie zichtbaar. In dagblad Trouw werd beschreven hoe jongeren op zoek zijn naar zingeving en gemeenschap in een samenleving die vaak als onzeker of individualistisch wordt ervaren.
In een column las ik dat deze hernieuwde kerkgang mogelijk gezien kan worden als een vorm van gezond verzet tegen de constante druk van ’meer, beter, sneller’ in onze samenleving. In de kerk vinden jongeren een plek waar ze zonder prestatiedruk geaccepteerd worden, waar ze mogen twijfelen en waar ze zich welkom voelen.
Deze ontwikkeling is bijzonder, zeker in een tijd waarin de kerk alsmaar krimpt. Misschien zoeken jongeren in deze onrustige tijd wel naar iets wat hen houvast geeft. Misschien is het juist de onzekere wereld, die jongeren op zoek doet gaan naar iets wat verder reikt. Naar zingeving, naar geloof, naar een bron van kracht voor het leven, naar God.
Dit nieuwe geluid onder jongeren geeft ons reden tot hoop. Misschien wordt, juist daar waar we het niet verwachten, iets nieuws geboren. Iets kleins, kwetsbaar – maar met toekomst.
Mariëtte van Dueren den Hollander